‘‘To a disturbing extent, babies are born pre-poluted’ schreef de New York Times in 2010: zo’n 300 verontreinigingen zijn aangetroffen in de navelstreng van pasgeboren baby’s.
In de Zembla uitzending van 19 december 2013 roepen toxicologen Professor J. Legler (VU) en Professor M. van den Berg (UU) op om vrouwen in verwachting te waarschuwen: ’De overheid moet snel maatregelen nemen en zwangere vrouwen voorlichten over de risico’s van blootstelling aan hormoonverstorende stoffen’. “Wij hebben hormoonverstorende effecten gezien bij concentraties die lager zijn dan waar de huidige testen zouden zeggen: die zijn wel veilig”.
In een alarmerend rapport over hormoonverstorende stoffen waarschuwt de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) dat deze stoffen een bedreiging voor kleine kinderen en voor de foetus in de buik van een zwangere vrouw vormen. Vruchtbaarheidsproblemen, borstkanker, zaadbalkanker, prostaatkanker, ADHD, stofwisselingsziektes op latere leeftijd worden met deze prenatale blootstelling aan dergelijke stoffen in verband gebracht.
De Deense overheid geeft – via een informatiebrochure – advies aan zwangere vrouwen over hoe zij uit voorzorg de blootstelling aan diverse hormoonverstorende stoffen kunnen reduceren. De Deense consumentenbond spreekt van een tikkende tijdbom.
De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) stelt in haar rapport Onzekere Veiligheid dat het voorzorgprincipe vereist dat ‘de kwetsbaarheid van mensen, samenleving en natuurlijke omgeving een proactieve omgang met onzekerheden”. Het WRR advies zou betekenen dat onder de gegeven omstandigheden zwangere vrouwen, die het voorzorgprincipe wensen toe te passen voor hun kind, zelf een geïnformeerde beslissing moeten kunnen nemen over de mogelijkheden om gezondheidseffecten zoveel mogelijk te beperken of te verhinderen.
Blijkens antwoorden op vragen van Zembla en de 2e Kamer vindt minister Schippers van VWS het niet nodig om actie te nemen: ‘Ik ben echter van mening dat in Nederland deze informatie al in voldoende mate beschikbaar is voor deze groepen’.
Wat vind jij?